Determinatiegids
wildebijen.nl
Bloedbijen
Determinatiesleutel
Begrippenlijst

1. Kaken vlak voor de punt met een extra tandje aan de binnenrand.
3. Achterkoprand achter de puntoogjes in profiel niet als opstaande rand zichtbaar.
4. Achterkoprand niet scherp afgetekend, in bovenaanzicht hooguit een zwakke hoek vormend, enz.
5. Eindzoom eerste rugplaat over de hele basishelft gepunt, minstens 3 dwarsrijen punten.
6. Kop achter de ogen minder sterk verlengd. Slapen even lang als breed. Gezicht breder dan hoog enx.
7. Kopschild ongeveer drie maal zo breed als midden hoog. De onderrand midden recht.
8. Grote borstschilden zonder glanzende, verticale ribbels. Middenveld aan de achterzijde gewoonlijk enz.
9. Kleinere bij (< 11 mm), grote rugschild minder dicht en grof gepunt, punten op rugplaten meer verspreid enz.
sleutel 1:
Kaken (mandibel)
sleutel 3:
Achterkoprand
sleutel 4:
Achterkoprand (2)
sleutel 5:
Eindzoom eerste rugplaat
sleutel 6:
Achterkop
sleutel 7:
Kopschild
sleutel 8:
Borstschild
sleutel 9:
Grote soort

sleutel 10:
Stuitvlak

10 Sphecodes vrouw

10.1
  • Stuitvlak glanzend, midden met lengterichel.
  • Eindzoom van rugplaat 4 niet gepunt, maar voorzien van een fijne dwarsrimpeling.
  • Kruin niet meer dan puntoogbreedte boven de ogen uitstekend.
  • Punktering grote rugschild vrij regelmatig en niet opvallend grof.
  • Voorhoofdschildje (supraclypeus) hoger, vanaf de zijkant gezien, dan kopschild (clypeus).
Rimpelkruinbloedbij
Sphecodes reticulatus

10.2
  • Stuitvlak dof, zonder lengterichel.
  • Eindzoom van rugplaat 4 gepunt en niet voorzien van een fijne dwarsrimpeling.
  • Kruin meer dan een puntoogbreedte boven de ogen uitstekend.
  • Korte beharing op de sprietschaft (vanaf het midden), beharing net zo lang als de schaft breed is.
  • Punktering grote rugschild onregelmatig en opvallend grof.
Pantserbloedbij
Sphecodes gibbus


Bloedbij - Vrouw - sleutel 10 ©

© De Rond & Koel, 2010-2013