|
geslacht:
soortnaam: species:
familie: sub-familie: genus: nummer:
vliegtijd:
hoofdvliegtijd V:
hoofdvliegtijd M:
lengte V: lengte M:
nestkeuze:
sociaal gedrag:
presentie: aantal uurhokken: Rode lijst: trend:
uitspraak:
|
Pluimvoetbijen
Pluimvoetbij
Dasypoda hirtipes (Fabricius, 1793)
Melittidae Dasypodainae Dasypoda
051001
juni t/m augustus
begin augustus eind juli
12-15mm 12-15mm
nest in zand tussen stenen, bestrating
nestelt vaak in grote groepen
algemeen 217 niet bedreigd stabiel
D a syp o da h i rtipes
|
Pluimvoetbij (v) Mantingerzand, 2011
Pluimvoetbij (m) Amsterdamse Waterleidingduinen, 2004
circa 300 nesten voor Station Hillegom, 2015 © foto's: Huib Koel
|
|
Verspreiding Dasypoda hirtipes in NL bron: Waarneming.nl
Verspreiding Pluimvoetbij in België bron: Waarnemingen.be
|
Meer weten?
Over kleurdimorfisme
van den Bijtel/Aptroot NEV-EB 2012
|
Radiouitzending Vroege Vogels
23 juli 2017 |
Omschrijving: De Pluimvoetbij is een grote bij
waarvan de vrouwelijke exemplaren door de fel geel gekleurde pluimen (beharing) aan de achterpoten gemakkelijk in het
veld herkenbaar zijn.
De pluimen van Dasypoda hirtipes zijn lange haartjes en dienen als hulpmiddel om zand weg te graven. Ook worden er tussen de haren
grote hoeveelheden stuifmeel vervoerd. De vrouwtjes hebben naast de pluimen ook heldere witte dwarsbandjes en voor een deel een zwarte rug, kop en brede achterlijfpunt. Bij de mannetjes
komen twee kleurvarieteiten voor: oker/bruine en grijze exemplaren (zie rapport). Ze hebben verder losse dwarsbandjes en een licht aangezicht.
Deze bij graaft nesten in zanderige grond in grote agregaties, vooral tussen bestrating. De hoofdgang kan 30 tot 110 cm diep zijn, met zijtakken waar de broedcellen (4 tot 14)gemaakt worden. De soort vliegt op (gele) composieten, voornamelijk in de
ochtenduren, waarbij de pluimvoetbij relatief snel van bloem tot bloem vliegt. Het vrouwtje maakt op normale, zonnige dagen 6 tot 8 vluchten, op de laatste vlucht wordt gewoonlijk geen stuifmeel verzameld.
De pluimvoetbij komt verspreid in het hele land voor, minder in de weidegebieden. Vegter (1977) noemt de Zwartsprietwespbij als mogelijke broedparasiet.
In Nederland komt slechts één lid van deze familie voor, de
pagina over het geslacht pluimvoetbijen ontbreekt.augustus 2018 |