Determinatiegids
Bijengids
Bloedbijen
Vrouw
Man
Begrippenlijst


Vrouw: sleutel 1


Man: sleutel 1


Determinatiesleutel Sphecodes

Heeft het achterlijf 6 segmenten en de antenne 12 leden? Start bij de vrouw-sleutel.

Heeft het achterlijf 7 segmenten en de antenne 13 leden? Start bij de man-sleutel.

De vrouwtjes van dit genus hebben geen verzamelharen aan achterschenen of buikplaten. Mannetjes zijn van de vrouwtjes te onderscheiden door de aanwezigheid van viltbandjes of -vlekken op de voorzijde van de sprietleden. Bij enkele soorten zijn de leedjes bijna over de hele voorzijde bedekt met viltachtige beharing, bij andere kan slechts een smalle ring zichtbaar zijn aan de basis van de leedjes. Bij vrouwtjes is het stuitvlakje (pygidium) op de zesde rugplaat altijd duidelijk herkenbaar ten opzichte van de rest van het oppervlak: een scherp omrand en langwerpig veld dat mat of glanzend is, maar nooit gepunt of behaard. Bij mannetjes kan op het eind van de zesde rugplaat een V-vormige ingedrukte rand zichtbaar zijn, maar verder is het oppervlak van de plaat altijd normaal gepunt.

Waar gesproken wordt van de voor- of bovenzijde van voelsprietleedjes wordt het dier zittend op de bodem voorgesteld met de sprieten in rust naar opzij wijzend. Voor zover in de tekst geen onderscheid wordt gemaakt tussen sprietschaft, draailid of sprietvlag geldt de schaft als eerste sprietlid. Op de borstzijden is het kleine borstschild (hypopleuraalveld) vlak onder de vleugelimplant gelegen. Daaronder ligt het veel grotere grote borstschild (mesopleuron) dat doorloopt tot aan de onderzijde van het borststuk. Het middenveld is het meestal duidelijk omrande rugvlak van het middensegment: gewoonlijk halfrond of driehoekig en gelegen tegen het achterschildje.

In deze tabel is gekozen voor kenmerken die in het veld met een sterke loep zichtbaar zijn. Voor het determineren van mannetjes biedt het copulatieapparaat in veel gevallen de duidelijkste kenmerken, maar daarvoor is doden en prepareren van de dieren noodzakelijk.

Meer willen weten over solitaire bijen? Word lid van de werkgroep Hymenoptera, van de Nederlandse Entomologische Vereniging.

© De Rond & Koel.
Vele foto's zijn gemaakt door Albert de Wilde en Tim Faasen.
Commentaar is welkom:
    Bronnen:
  • Amiet F., A. Müller & R. Neumeyer 1999. Apidae 2. Colletes, Dufourea, Hylaeus, Nomia, Nomioides, Rhophitoides, Rophites, Sphecodes, Systropha. Fauna Helvetica 4: 1-219.
  • Blüthgen, P. 1923. Beiträge zur Systematik der Bienengattung Sphecodes Latr.
    Deutsche Entomologische Zeitschrift 1923(5): 441-513.
  • Hedicke, H. 1930. Hautflügler, Hymenoptera. Sphecodes Latr.
    In: Brohmer, P., P. Ehrmann & G. Ulmer (red.), Die Tierwelt Mitteleuropas. Insekten. Quelle & Meyer, Leipzig: 171-175.
  • Lomholdt, O. 1977. De danske blodbier, Sphecodes (Hymenoptera, Apidae).
    Entomologiske Meddelelser 45: 99-108.
  • Warncke, K. 1992, Die westpalaärktischen Arten der Bienengattung Sphecodes Latr. (Hymenoptera, Apidae, Halictinae). Bericht der Naturforschenden Gesellschaft Augsburg 52: 9-64

© De Rond & Koel,2010-2013