verKennemerland.nl/Huib Koel |
Dutch name: |
Tronkenbijen
|
Tronkenbij Heriades truncorum © foto: Bernhard Jacobi Tronkenbij © foto: Didier Roustide Tronkenbij © foto: Didier Roustide Gesloten nest © foto: Sonja Verhoeff (2013) |
Description: Overwegend kleine, zwarte dieren met lichte haarbandjes, weinig behaard. Het cilindrische achterlichaam van het mannetje heeft kleine putjes. Het gezicht heeft wat vuilwitte beharing. De vrouwtjes hebben gele verzamelharen aan de onderkant van hun achterlijf. Verwarring is mogelijk met tubebijen of klokjesbijen. De Tronkenbij nestelt in oude kevergangen in oud hout, vaak een afgeknotte rest van een boom (tronk), maar ook in andere kiertjes. Nestelt ook in houtblokken of in stengels van rietdaken. Gaatjes van 3 © 4 mm zijn reeds voldoende. Nestgangen van vorig jaar worden na reiniging opnieuw gebruikt. Het wandje tussen de twee cellen wordt gemaakt van hars, kieren in de zijkant worden met ook hars dichtgemetseld. In de eindprop worden in de hars ook zandkorreltjes of stukjes blad verwerkt. De hars wordt gehaald van dennenbomen of van boomknoppen. De Tronkenbij leeft circa een maand. Reproductie is niet hoog: circa 8 eitjes in het seizoen. De tronkenbij overwintert als prepop. Drachtplant is de (vooral gele) composiet met voornamelijk buisbloempjes. Door met het achterlijf te bloem te bekloppen, verzamelen ze het stuifmeel tussen hun verzamelharen, deze typische manier van verzamelen is een goed veldkenmerk. Roof van stuifmeelpollen uit of het geheel overnemen van andere nesten van dezelfde soort is waargenomen. Voor het bevoorraden van ��n broedcel zijn ongeveer 34 vluchten nodig. In ��n broedcel zijn meerdere soorten stuifmeelpollen aangetroffen. De soort komt in het westen en noorden van het land minder voor dan in de andere delen van het land. Lees meer over de waarneming van Sonja Verhoeff Klik hier. juli 2013 |